donderdag 18 juni 2020

Toekomst en pandemie in verpleeghuizen

Wij als mantelzorgers mogen nu, na dertien weken onze dierbaren nog steeds niet vrijuit zien en verzorgen. Voor bewoners van verpleeghuizen en hun naasten zoals mantelzorgers, is de geest van deze tijd verwarrend, diep triest en om van uit je vel te springen. Dubbele gedachten en gevoelens wisselen elkaar af. Daar betrap ik mezelf op en ik lees en hoor anderen erover. Deze tijd vraagt voortdurend om aanpassingen en tegelijkertijd zijn er allerlei vragen. Het is verschrikkelijk pijnlijk om onze naasten op deze manier te verliezen of om te zien hoe partners, ouders, zussen, broers, tantes en ooms achteruit gaan terwijl wij niets mogen doen. Pandemische maatregelen van de overheid en verpleeghuizen, richtten ons en onze dierbaren zowel fysiek als psychisch op deze manier hartverscheurende schade aan. In maart en april stierven er in de verpleeghuizen twee keer zoveel mensen als voorheen. Tijdens het ziek- en/of sterfbed mochten er geen naasten aanwezig zijn. Mensen ouder dan zeventig waren niet meer welkom op IC’s. Gezonde ouderen werden steeds, zonder meer opgesloten op kleinschalige afdelingen.

Wat is acceptabel en wat niet? 
Natuurlijk is deze pandemie voor iedereen nieuw en zijn de goed bedoelde beschermingsmaatregelen aanvankelijk bedoeld om ons te helpen. Inmiddels is het overduidelijk dat er bij een eventuele volgende pandemie veranderingen nodig zijn zodat gezonde ouderen in verpleeghuizen niet dubbel gestraft worden. Voldoende bescherming in een tijd zoals deze, zou er anders uit moeten zien. Het zou veel meer in overeenstemming met de belangen van de ouderen moeten zijn. Activiteiten, sport, spel, buitenlucht, bezoek, mantelzorg, alles voor ouderen in verpleeghuizen is stopgezet. Gedeeltelijk begrijpelijk, maar zeker niet bij alles dat niet meer kan. Onze wilsbekwame ouderen met levenskracht willen, ongeacht hun kwetsbaarheden, graag in beweging blijven. Deze mensen weten dat juist hun doelgroepen, beweging en prikkels nodig hebben om fysiek en mentaal gezond te blijven. Iedereen kent hersenspecialist en hoogleraar Eric Scherder, met zijn lezingen over het gezond houden van onze hersenen en bloedvaten. Het allerbelangrijkste is beweging, goede voeding en plezier. Juist voor ouderen waarbij alles minder makkelijk gaat is dat essentieel. Dagelijkse activiteiten zoals zingen, gym, fysio, bloemschikken, hersengym etc. zijn maanden afgelast in verpleeghuizen. Voor onze ouderen op kleinschalige woonafdelingen was er al die weken geen buitenlucht, geen bewegingsmogelijkheid of activiteit. Het gaat daar om mensen die zeer afhankelijk zijn, maar dat betekent niet dat ze geen levenskracht meer hebben. Maandenlang niet buiten komen, terwijl je niet ziek bent, is onwenselijk voor de gezondheid. Daarnaast, heel wat ouderen van boven de vijfentachtig hebben als kind onvergetelijke dingen in de oorlog mee moeten maken. Nu in hun laatste levensfase zijn ze onbedoeld toch keihard in de steek gelaten. De eenzaamheid, het gedwongen stilzitten voor zo’n lange tijd (met alle gevolgen van dien), en het tekort aan verzorging is op deze manier niet langer acceptabel voor deze mensen. Dat moet in de toekomst anders en daarover willen wij als mantelzorgers met de ouderen die dat kunnen, gehoord worden.

Wanneer wordt er überhaupt eens naar ons geluisterd? 
Mantelzorgers zijn al jaren op de hoogte van de vele gebreken rondom de kwaliteit in verpleeghuizen. Denk daarbij aan slechte hygiëne, slechte voeding en slechte luchtkwaliteit. Precies die drie dingen, die juist zo essentieel zijn om een pandemie zoals deze, zoveel mogelijk af te remmen. Op kleinschalige woonafdelingen zijn ouderen erg afhankelijk van de verzorgers. Die verzorgers worden tegenwoordig ook ingezet om het eten op de afdelingen te organiseren. Zij moeten ook boodschappen doen en koken. Helaas zijn deze mensen niet opgeleid als koks of diëtisten. Logistiek loopt het regelmatig stroef waardoor de nodige voedingsmiddelen vaak dagenlang niet op tijd in huis zijn. Verstand van voeding hebben deze verzorgers vaak niet. Slechte voeding geeft maag- en darmklachten en verlaagt de weerstand. Op de afdeling waar mijn moeder woont, trekken verzorgers te pas en te onpas blikken open. Het eten is veel te vet, verse groenten zijn schaars, er is weinig variatie en toetjes zijn te zoet. Alles behalve gezond en al helemaal niet lekker. Naar diëtisten wordt niet geluisterd, die kan je net zo goed niet inzetten. Schoonmakers komen een keer per week kort en verzorgers hebben geen tijd om extra schoon te maken. Ik blijf het schrijven, er zijn veranderingen nodig in de zorg en dan heb ik het nog niet eens over de luchtkwaliteit gehad. De meeste mantelzorgers zijn jarenlang goed genoeg geweest om keer op keer achter al dit soort feiten, die zich blijven herhalen, aan te zitten. Professionele zorg schoot jarenlang ernstig tekort vanwege gebrek aan tijd en/of personeel. Jarenlang konden wij als mantelzorgers urenlang inspringen maar nu kijken wij lijdzaam toe hoe onze dierbaren plotseling dement of depressief werden en/of in eenzaamheid stierven. 

Als mantelzorger ben je soms veiliger dan de professionele verzorgers. Veel mantelzorgers zetten de regels van de pandemie zo intelligent mogelijk in. Als voorbeeld neem ik mijzelf maar ik hoor en lees ook verhalen van andere mantelzorgers. Ik woon op loopafstand bij mijn moeder, die in een verpleeghuis woont vandaan. Kinderen en een partner heb ik niet en OV heb ik niet nodig. Niet alleen om te mantelzorgen wilde ik helpen, ik heb veel meer in huis dan dat. Helaas, ik was niet welkom, terwijl vreemde jonge flexwerkers zonder ervaring, dat wel waren. Als ik oud en afhankelijk zou zijn, dan zou ik mijn vertrouwenspersoon om mij heen willen, zeker als die veiliger is en mij normaal ook dagelijks helpt. Er zou meer specifiek per geval gekeken kunnen worden naar welke mogelijkheden er zijn en hoe veilig die mogelijkheden zijn, zonder meer te eisen van mantelzorgers dan van de vaste personeelsleden. In de toekomst, tijdens een pandemie kan het leed op kleinschalige afdelingen van verpleeghuizen voor een deel voorkomen worden. Dit kan door bv. op kleinschalige afdelingen tenminste een mantelzorger per dagdeel aanwezig te laten zijn met de daarvoor benodigde beschermingsmaatregelen. Wij mantelzorgers zijn net zo veilig of onveilig als de zorg dat is. Daarbij leven wij in een democratisch land en willen wij direct betrokken worden om samen oplossingen te vinden, voordat het bij een eventuele volgende pandemie weer zo verschrikkelijk mis gaat.

Deze blog is ook geplaatst op: https://mantelzorgelijk.nl/

dinsdag 9 juni 2020

Vooraf reserveren

In week tweeëntwintig, na tien weken, kon ik als 1e contactpersoon een tijdstip reserveren om mijn moeder een uurtje te zien. Al vier jaar verzorgde ik haar, normaal..., noodgedwongen twintig uur per week. Voor de afspraak mochten wij kiezen waar we de ontmoeting wilden laten plaatsvinden. Samen naar buiten in een rustig deel van de buurt met de nodige bescherming, afstand en mondkapjes, had onze voorkeur. In haar eigen kamer wilde ik haar niet ontmoeten, ik mocht dan niets aanraken en dat idee frustreerde mij.

Aan de slechte hygiëne in de kamers van de bewoners is vast niet veel veranderd. Eens per week zijn er schoonmakers voor het in sneltrein tempo schoonmaken van toiletten, wastafels en vloeren in de kamers van de bewoners. Dat is al jaren zo. Zouden de schoonmakers nu dan ook wekelijks de deurknoppen schoonmaken? Stof afnemen is nooit tijd voor. De vuilnisbak in de badkamer wordt verschoond terwijl iedere keer de pedaalemmer in de kamer overvol met vuil achter bleef, net als de uitgebloeide bossen bloemen.
Bij mensen die zelf niet naar het toilet kunnen zoals mijn moeder, gaat nogal eens wat mis. Iemand die heel nodig moet, wil op het moment suprême hier en daar nog wel eens wat naast de pot of op het transferapparaat lekken. De schoonmaak van dit soort dingen was altijd vanzelfsprekend voor de mantelzorgers want anders gebeurde het gewoon niet. De zorg had er namelijk geen tijd voor. Hoe is dat nu, en hoe is dat gegaan, zonder mantelzorgers? Wij geloven nog steeds niet zo in kabouters.

Beneden in het huis van de wijk dat bij het verpleeghuis hoort zag ik dat alles wel brandschoon is. Natuurlijk desinfecteerde ik eerst mijn handen met een gel, die via een voetpedaal uit een dispenser komt. Daarna stelde een personeelslid mij toen volgens het standaard protocol alle vragen en de infrarood thermometer op mijn voorhoofd gaf 36,7 aan. Even later zag ik mijn moeder in haar rolstoel aankomen, begeleid door een verzorgster. Haar gezicht zag er teleurgesteld uit, hetgeen niks voor mijn moeder is. Maar dat ze je op je oude dag zo'n lange tijd je vertrouwenspersoon en je broodnodige extra verzorging afnemen, is wel zeer teleurstellend. Daarbij, het kleine beetje controle dat ze had is ze nu ook grotendeels kwijt en omdat ze het tien weken zonder beweging en prikkels moest doen, is haar korte termijn geheugen zwaar beschadigd. Dat weet ze zelf en daar lijdt ze onder.

De afspraak was dat ik alleen op anderhalve meter afstand van mijn moeder mocht komen en ze zou een mondkapje krijgen. Dat mondkapje waren ze aanvankelijk vergeten, kan gebeuren. Voor hun is ook alles nieuw. Maar toen ik het alsnog kreeg was de boodschap of ik dat even bij haar om wilde doen. Het mondkapje had vier draden die achter haar hoofd per twee aan elkaar geknoopt moesten worden. Gek hè maar dat lukte mij niet op anderhalve meter afstand.

Toen we eenmaal buiten aangekomen waren bij de moestuintjes, klaarde ma gelijk op. Ze werd zo enthousiast van het groen en de buitenlucht. Van prinsessenboon tot kruisbes wees ze aan en de rododendron herkende ze ook. Bij de bijenkorven en later bij de kippenhokken, kwamen haar verhalen weer los.

Volgens het KNMI zou het de week erop regenachtig zijn. We mochten ook beneden reserveren, in de uitkijk, een ruimte in het huis van de wijk. Bij mooi weer mochten wij dan alsnog naar buiten. Binnen werd het, met uitzicht op het plein buiten, waar de mensen die normaal binnen zitten elkaar nu dagelijks op het plein ontmoeten. We zaten aan een tafel die meer dan anderhalve meter diep was en dwars over de breedte van de kamer opgesteld stond. Zo kon het bezoek niet in de verleiding komen om te dichtbij te gaan zitten. Ik kon ze geen ongelijk geven, zij zijn verantwoordelijk en ze waren net twee weken Corona- vrij. Dit huis wil geen enkel risico lopen. Ze hadden het geluk dat er maar vijf mensen Corona kregen. Twee daarvan zijn gestorven.
Wat ik wel gek vond was dat ik mijn moeder vorige week buiten wél mocht duwen met haar rolstoel en afgelopen keer niet, terwijl ik haar wel een mondkapje om mocht doen...


Uiteindelijk was het weer gezellig met zijn tweeën, ook al was het ver bij elkaar vandaan aan zo’n diepe tafel. Heel veel van de ansichtkaarten, die haar door allerlei vrienden en familie waren toegestuurd en waar ze heel erg blij mee was, was ze op een of andere manier kwijt geraakt. Er kwamen weer nieuwe kaarten. Die had ik voor haar in een map gedaan. Omdat ze daar slecht zelf doorheen kwam –lezen is moeilijk en ook bladzijden omslaan is zwaar met maar één hand…- , konden we dat die dag samen doen. Een studente die via Markant als vrijwilligster ingezet was, had mijn moeder een brief geschreven en een paar zelf getekende kaarten gestuurd. Mijn moeder was daar verrukt van, die jongedame tekent namelijk sprookjesachtig en schrijft ook erg mooi. Er zat een verhaaltje bij over een aangewaaide iep dat ik aan mijn moeder voorlas. Olmen blijken ook Iepen te zijn vertelde mijn moeder. ‘De Uil zat in de Olmen’ is dus eigenlijk ‘de Uil zat in de Iep’. Nooit geweten. Mijn moeders lange termijn-geheugen werkt gelukkig nog als dat van een olifant.

Dit artikel is ook geplaatst op:

https://mantelzorgelijk.nl/vooraf-reserveren/

Waar zijn de nuances?

Gisteren zei een van de dames uit mijn les, ‘de nuance’ is verdwenen, mensen hebben geen onderscheidingsvermogen meer. En dat is volgens mij...