maandag 11 mei 2020

Hoe goed te zorgen voor gezonde ouderen in verpleeghuizen met Corona?

Je stuurde een handkus op die foto die ik vorig jaar van jou maakte. We waren toen onderweg naar de supermarkt, jij in je rolstoel en ik erachter. Die foto had ik gisteren, op moederdag, op mijn telefoon in handen. In gedachten stuurde ik jou een dikke pakkerd terug. Afgelopen weken kon ik twee keer op raambezoek bij jou. De eerste keer met het hoogwerkers bedrijf Riwal uit Dordrecht. Belangeloos kwamen deze mannen voor veertien bewoners langs zodat hun dierbaren één voor één omhoog konden met de hoogwerker.
Zelfs een hondje mocht mee naar de derde verdieping, om een dame, die op die dag 97 werd, te kunnen begroeten bij het raam. Jouw raam spiegelde zo erg dat ik je nauwelijks kon zien door de zon die erin scheen. Jij kon mij wel goed zien en het was heel leuk om mee te maken. Een paar weken later mocht ik nog eens bij je op raambezoek. Dit keer in het bakkie dat aan de hijskraan van de brandweerauto vastzat. Ook de brandweermannen hesen meerdere mensen naar boven, om hun dierbaren bij het raam te kunnen begroeten. Die blik op jouw smoeltje, toen ik in het bakkie van de brandweer omhoog gehesen werd richting jouw raam, sprak boekdelen. Wat is er veel veranderd hè mams? En, oh wat is alles dubbel nu er Corona heerst.

Het eten was er gelukkig wel een beetje op vooruit gegaan. Het restaurant van beneden had tijdelijk de voedselvoorziening overgenomen van de verzorgers. Vanaf het begin van de Corona crisis had ik een overduidelijke hand-out gestuurd aan de zorg. Ik mocht immers niet meer naar binnen maar de taken die ik deed waren niet minder essentieel voor jou. Jouw nieuwe ‘normaal’ werd, ondanks die hand-out, toch niet opgevolgd door het team van verzorgers. Je kreeg dus nu te weinig verschoning en je persoonlijke hygiëne en verzorging was zonder mij van zeer laag peil.
Klachtbrieven en telefoongesprekken die ik hierop liet volgen, leken hier en daar soms een beetje te helpen. Extra vrijwillige krachten, waaronder stagiaires van zorgopleidingen en jonge militairen (uit medische opleidingen), schoten te hulp.

‘Fijn hè mams zoveel mannelijke krachten om je heen?’ Mams antwoordde: ‘Ja zeker, veel gezelliger, die jonge mannen zijn veel minder kattig dan de meeste vrouwen hier.’

Met het beeldbellen ging het steeds opnieuw mis. Weken geleden had ik hier al een duidelijke afspraak voor gemaakt met de zorg. Dat plan ontstond omdat het nummer voor beeldbellen op de afdeling, helemaal niet bereikbaar was op tijden die de zorg ervoor doorgaf aan ons. Als ik haar via de afdelingstelefoon belde had ze nooit privacy. Zelf telefoneren lukt haar niet meer. Het plan was om twee keer per week te mogen beeldbellen, op vaste dagen en tijden.
Haar tablet werd op een vaste plek in haar kamer opgehangen in de tablet houder die ik bij haar achterliet. Helaas, het werd steeds opnieuw niet in de agenda gezet. Iedere keer wist niemand er wat van. Ik zat dan online te wachten tot mams uiteindelijk niet verscheen. Steeds opnieuw moest ik dan de afdeling bellen om uit te leggen aan de zorg hoe en wat rondom mijn moeders tablet en onze beeldbel afspraak. Het duurde dan ongeveer een half uur voordat we even gezellig konden beeldbellen. Wie weet gaat het de volgende keer wel goed want een van de militairen was zo slim om het in de agenda te zetten.

Op de kleinschalige woonafdeling naast die van mijn moeder, zijn nu nog drie bewoners in quarantaine vanwege besmetting met Corona. Om op de afdeling van mijn moeder te komen moet je eerst langs die afdeling. Naast verzorgers is er niemand anders welkom op die twee afdelingen. Activiteitenbegeleiders van het verpleeghuis ook niet. Zo gaat het nu al acht weken. Mams mag niet meer van haar afdeling af, ook al zijn haar luchtwegen weer gezond. Zeven weken lang had ze alle symptomen van Corona, behalve koorts. Een jonge basisarts zei dat ze een zware verkoudheid had. Daar kreeg ik de zenuwen van. Ze werd niet getest op Corona terwijl dat toen wel al heerste. Vanaf dat er getest werd, waren de klachten bij mijn moeder verdwenen. Had ze nu geen test moeten krijgen om te zien of zij het al gehad heeft?
Ondertussen heeft ze nauwelijks nog beweging. De rit van haar kamer naar de huiskamer is maar drie stappen en verder mag ze niet meer. Er wordt niet of nauwelijks iets met de bewoners ondernomen. Ze zitten de hele dag stil aan de tafel en kunnen geen kant op. Dat is niets voor mijn moeder. Bewoners van andere afdelingen uit het verpleeghuis mogen inmiddels weer de tuin in. Buitenlucht is nu juist nog belangrijker, zeker als je de hele dag in zo’n verpleeghuis atmosfeer zit.
Hopelijk kan mijn moeder binnenkort weer naar de tuin, naar de rolstoel gymnastiek en fietsen bij de fysio, naar haar zanggroep, naar bloemschikken en naar de leuke optredens. Al deze dingen moet zij nu missen in haar allerlaatste levensfase. Ik vraag me af wanneer mama weer als van ouds naar haar geliefde luisterboeken kan luisteren? Want ook dat kan niet en ik mag er nog steeds niet bij. Wie zet haar favoriete televisie programma nu voor haar aan? Wie maakt haar bril schoon? Mams zei dat ze steeds, met een hand, heel voorzichtig haar bril uit de koker haalde en er weer in stopte, zo kon ie niet meer vuil worden. De verzorgers hebben al jaren geen tijd voor al deze essentiële zaken.
In de persconferenties reppen de heren nauwelijks iets over de nog gezonde ouderen die in dit uitzichtloos gevangenschap zitten. Hoe gaan we wel goed zorgen voor onze nog gezonde ouderen op kleinschalige woonafdelingen waar Corona heerst in verpleeghuizen?

Mijn blog is ook geplaatst door:

https://mantelzorgelijk.nl/ 

en op:

https://www.clientenbelangamsterdam.nl/actueel/nieuws/blog-gezonde-ouderen-verpleeghuizen-met-corona

(Heel veel dank aan hen voor het plaatsen)

Waar zijn de nuances?

Gisteren zei een van de dames uit mijn les, ‘de nuance’ is verdwenen, mensen hebben geen onderscheidingsvermogen meer. En dat is volgens mij...